Wat is verstoorde waarneming?

Een voorbeeld van verstoorde waarneming is het aanzien van een slagschaduw voor een gat in de grond of de vloer. Naar alle waarschijnlijkheid komt deze vergissing voort uit een Zwakke Centrale coherentie. Men neemt daarbij te selecief waar en laat de context die aanwijzingen geeft dat zo’n gat niet werkelijk bestaat buiten beschouwing. Daarom wordt gebrekkige Centrale coherentie ook wel contextblindheid genoemd. In het dagelijks leven, zoals rijden bij nacht, zijn mensen zonder autisme bereid en in staat aan te nemen dat de weg die ze niet kunnen zien er wel is;  mensen met autisme kunnen dat vaak niet.

Mensen zonder autisme leiden uit de context van de situatie (licht dat de vloer niet bereikt omdat er iets in de weg staat) af dat wat zij zien (een gat in de grond) niet is wat het lijkt. Strikt genomen is er met de waarneming zelf niets mis, maar wel met de interpretatie ervan.
Dit is een punt om in aanmerking te nemen bij de installatie en de plaats van de verlichting, zowel binnenshuis, als in gangen en trappenhuizen, in kamers en buitenshuis.

Een ander voorbeeld van verstoorde waarneming, ofschoon er geen maatregel uit voortvloeit, is die rond ramen waaraan sommige mensen met autisme lijden. Het komt geregeld voor dat men een ander wel door een raam ziet, maar zich niet kan voorstellen zelf door glas te worden waargenomen. Medewerkers van het Kannerhuis geven daarvan twee voorbeelden.
Een trainer vertelt:
“In de kas waar ik werk, hebben de jongeren buiten niet in de gaten dat ik ze zie. Ze zijn verbaasd als ik de kas uitkom en ze vertel dat ik zie wat ze aan het doen zijn: Hoe weet jij dat? Wat is dit? Weten ze niet dat als iemand achter glas staat hij er wel is? Hebben ze zichzelf zo opgevoed dat er voorbij het glas geen waarnemingen meer worden gedaan?”

De opa van Tim (4) vertelt het volgende:
“Ik kwam altijd via de achtertuin het huis binnen. Tim werd verteld dat ik eraan kwam en dan stond hij in de keuken te wachten. Als ik de tuin binnenkwam, zag ik hem voor het raam staan. Ik zwaaide maar hij zwaaide niet terug. Als ik dan de keuken binnenkwam was hij altijd verbaasd om me te zien, terwijl hij me door het raam kon zien aankomen. Het was alsof hij niet verder dan de ruit kon kijken. Toen hij ouder werd kon hij wel verder dan de ruit kijken.”

*
Kannerhuis

 

error: