Royale ruimtenormen

Royale ruimtenormen zijn om verschillende redenen vereist bij het bouwen voor mensen met autisme. Daaronder is in het algemeen een grotere behoefte aan ‘persoonlijke ruimte’ om zich heen, en/of weerzin tegen aanraking, geuren en/of het (stem-)geluid van andere mensen. Extra ruimte is ook nodig als mensen vestibulaire problemen hebben met evenwicht houden en oriëntatie in de ruimte en/of met proprioceptieve problemen, die te zamen kunnen resulteren in lichamelijke onhandigheid waardoor men geregeld in botsing komt met meubels, deuren etc. Tenzij er extra ruimte beschikbaar is.

Een Kannerhuis-medewerker merkt op:
Als er sprake is van een te beperkte ruimte, dan zitten de prikkels meer in de nabijheid van de persoon met autisme. De sociale informatie per kubieke meter is dan hoog. Dit leidt tot overprikkeling en een verhoogd stressniveau. Daar waar er voldoende ruimte is, is de sociale informatie per kubieke meter lager, hetgeen leidt tot minder prikkels, een betere prikkelverwerking, meer succesvolle interacties, meer positieve feedback, een positiever zelfbeeld, enzovoorts.

Vijf van de zeven artikelen die hier vooralsnog als kernliteratuur wordt beschouwd, bepleiten om deze redenen een royale ruimtenorm. Khare & Mullick zijn hierin tamelijk uitgesproken. Zij geven diverse argumenten:

  • beperking van het aantal sociale stimuli teneinde daarmee prettig om te kunnen gaan; in het verlengde daarvan:
  • het vermijden van ‘overbevolking’
  • meer ruimten teneinde wachttijden te verminderen.

Een van de andere auteurs (Humphreys) benadrukt het belang van persoonlijke ruimte en introduceert daarbij het begrip ‘proxemics’:
Proxemics wordt gedefinieerd als de tak van kennis die zich bezig houdt met de hoeveelheid ruimte die mensen nodig vinden tussen zichzelf en de ander te plaatsen. ‘Proximiteit’ is de omstandigheid van nabijheid, van dichtbij zijn. Deze persoonlijke ruimte bevindt zich rondom het lichaam. De meeste mensen bewaken deze ruimte in bepaalde mate. In de ene cultuur is deze ruimte groter dan in de andere. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, is de afstand tussen twee Amerikanen die met elkaar in gesprek zijn bijna het dubbele van diezelfde afstand tussen twee Japanners in Japan. Bij autisme kan deze persoonlijke ruimte groter en meer kwetsbaar zijn. Gedurende een normale dag wordt deze op deze ruimte geregeld inbreuk gepleegd. In een gebouw worden ruimten bepaald door wanden en plafonds. Als deze te dicht bij elkaar zijn beperkt dat de ruimte. Zorgen voor een royale bewegingsruimte in een gebouw kan helpen het effect van deze inbreuken te verminderen.

Een van Lindsey Nebekers negen ingrediënten voor een succesvolle relatie is ‘respect voor elkaars persoonlijke ruimte’: “Voor een stel met autisme kan ruimte niet worden overschat. Het is essentieel om binnen de leefruimte tenminste één plek per persoon aan te wijzen waarbinnen men zich kan terugtrekken als hij / zij alleen wil zijn. Dat we onze eigen, daartoe bestemde persoonlijke ruime hebben, stelt ons in de gelegenheid om dezelfde  levensstijl te kunnen voortzetten die we ervoor hadden.”

McAllister & Maguire doen een aantal aanbevelingen voor jongere kinderen in het speciaal onderwijs die bijna ‘evidence based’ zijn. Zij benadrukken eveneens dat mensen met autisme vaak meer ruimte om zich heen nodig hebben dan anderen. In scholen bepleiten zij klaslokalen waarin per leerling ongeveer 10 vierkante meter (exclusief bergruimten en toiletten) beschikbaar is.

Overigens moet tenslotte worden opgemerkt dat mensen met autisme vaak ook behoefte hebben aan kleine ruimten, aan ‘insluiting’.

error: