Pesten en sociale uitsluiting

Pesten en sociale uitsluiting komen veel voor en zijn buitengewoon schadelijk. Kinderen met autisme hebben, net als iedereen, een sociale omgeving nodig om zich te ontwikkelen. De eerste grote confrontatie met de ‘moeilijke maatschappij’ doet zich meestal voor als kinderen voor het eerst naar school gaan. Ongelukkigerwijs valt dat moment vaak samen met de ontdekking van het autisme. Ouders worstelen zodoende vaak nog met de acceptatie van wat hun kind heeft als die confrontatie plaatsvindt. Ze kunnen hun kind daarom vaak nog niet voldoende begeleiden.
Ook als het autisme wel eerder bekend is en er thuis een begripsvolle en veilige omgeving is opgebouwd, kan die eerste confrontatie, juist door het contrast, hard aankomen.

Het autisme kan in drie onderdelen worden onderscheiden: ten eerste het autisme zelf, ten tweede de bijkomende psychologische problematiek, vooral egozwakten, en ten derde trauma’s in het sociale contact die de psychologische problemen versterken en vooral het zelfvertrouwen ondermijnen.

We citeren uit Samen verder met autisme:
“De interactie met anderen wordt in de schoolsituatie extra bemoeilijkt door sociale onhandigheid en verminderde communicatieve vaardigheden waardoor de sociale bevestiging in het gedrang komt die ieder nodig heeft om het nodige zelfvertrouwen te ontwikkelen. Het sociale leven op school vormt voor kinderen zonder autisme veelal een uitdaging die beloond kan worden met populariteit en vriendschappen, maar is voor de meeste kinderen met autisme kansloos. Ze beginnen met een sociale achterstand die gedurende de schoolcarrière alleen maar groter wordt. In de sociale oefenruimte die de school ook is, wordt een spel gespeeld met winnaars en verliezers waarin de meeste autistische kinderen permanent het onderspit delven. Op school spelen groepsprocessen die zeer wreed kunnen uitpakken voor kinderen die anders zijn in gedrag en uiterlijk. Hiervoor werd gezegd dat het vermogen om met anderen mee te leven in de loop der geschiedenis is toegenomen. Dit is echter geen aangeboren eigenschap, maar iets dat in de jeugd wordt geleerd. Dat kinderen en jongeren buitengewoon wreed kunnen zijn, komt doordat ze dat meegevoel nog onvoldoende hebben ontwikkeld. Autistische kinderen worden dan ook op grote schaal gepest en buitengesloten. Amerikaans onderzoek daarnaar geeft een verontrustend beeld. Van een groep kinderen met een asperge diagnose werden negentien van de twintig door een leeftijdgenoot of broer of zus gepest. (Little, 2002) Engels onderzoek komt op achttien van de twintig, uitsluitend op (een reguliere) school, en dat ook nog heel frequent. (Wainscot et al, 2008)”

Onder de vele redenen waarom autistische kinderen vaker worden gepest, is zeker ook hun veelvoorkomende sociale ongevoeligheid die maakt dat zij zelf vaker pesten, of althans gedrag vertonen dat als kwetsend of pesterig wordt ervaren. Ze bevinden zich daarmee in de aanzienlijke categorie van kinderen die tegelijk slachtoffer en dader zijn.
Onder de meer algemene reden van het ‘anders zijn’ is de veelvoorkomende motorische onhandigheid van kinderen met autisme. In het laatstgenoemde onderzoek veronderstellen de onderzoekers dat vooral jongens, hierdoor niet mee kunnen doen met voetballen. Uiteraard leidt deze uitsluiting meestal tot een gevoelig statusverlies.

Veel scholen nemen speciale maatregelen tegen pesten. Sommige spannen zich extreem in; van pestprotocollen tot en met speciale cursussen. Niettemin is het goed zich te realiseren dat algemene maatregelen voor kinderen met autisme onvoldoende kunnen zijn. Daaraan wordt er veel aandacht besteed in The Autism Toolbox (gereedschapskist) voor gebruik op reguliere scholen.

*Samen verder

Schrameijer, Flip, Redactie Egbert Reijnen, Matt van der Reijden, Astrid van Dijk, Anneke Heijmen, Samen verder met autisme. Meer weten – meer kunnen – meer doen! Doorwerth, Dr. Leo Kannerhuis, februari 2011.
Little
Little, Liza R.N., ‘Middle-Class mothers’ perceptions of peer and sibling victimization among children with Asperger’s syndrome and nonverbal learning disorders.’ In: Issues in Comprehensive Pediatric Nursing, 25(2002)1, 43–57.
Wainscot
In 73% van de gevallen twee of meer keren per week. Wainscot, Jennifer J., et al., ‘Relationships with Peers and Use of the School Environment of Mainstream Secondary School Pupils with Asperger Syndrome (High-Functioning Autism): A Case-Control Study’, In: International Journal of Psychology and Psychological Therapy 8(2008)1, 25-38.
Toolbox
Dunlop et al. (2009), uitgegeven door de Schotse regering die verspreiding ervan aanmoedigt.

 

error: