Luwteplekken

Tussen een terugtrekruimte – tot zichzelf komen, sociale en andere prikkels afweren – en het volop deelnemen aan interactie met anderen, kan een tussenvorm worden onderscheiden. We noemen dit een ‘luwteplek’. Deze kan met geringe ingrepen op alle mogelijke plaatsen worden gemaakt, zoals in huis- en groepskamers, in een schoollokaal, gymzaal of op het schoolplein.

Het is een plek waarin men zich grotendeels afzijdig kan houden van het groepsgebeuren en daaraan tegelijk enigszins kan meedoen. Zo moet men in ieder geval de anderen kunnen verstaan en met de groep kunnen meeleven. Ook moet men ervoor kunnen kiezen zich alsnog in de interactie te begeven, zonder daartoe door anderen te worden aangespoord.

Het kan een vaste plaats in een hoek van de huiskamer of groepsruimte zijn waar men met minder directe prikkels leest, op een kleed of stoel met leeslamp, achter een tafeltje met een lamp of achter een kamerscherm. Zo’n vaste plaats schept mogelijkheden om op een gedoceerde manier met anderen te (leren) communiceren en te (leren) interacteren.

Ahrentzen & Steel maken ongeveer hetzelfde punt als ze over residentieel samenwonen van mensen met autisme zeggen: “Een gemeenschappelijk gebied dient stilteplekken te bevatten binnen een aaneengesloten grotere ruimte: mensen met autisme geven vaak niet de voorkeur aan alleen-zijn, maar zoeken in plaats daarvan nabijheid van anderen zonder actieve betrokkenheid. Zitplaatsen in raamkozijnen en hoekjes bieden mogelijkheden voor deelname vanuit de zijlijn.”

Het principe achter luwteplekken wordt uitstekend geïllustreerd in een gesprek dat Iain Scott had met een hoofdonderwijzer over een terugtrekruimte op school. Deze vertelde Scott:
“Op een bepaald moment hadden de architecten een terugtrekruimte of snoozelin voorgesteld waar een kind zich kon terugtrekken en kalmeren als het teveel werd. Wij hebben dat afgewezen omdat we vonden dat dat op zichzelf al een nederlaag was. Wij wilden dat de kinderen de gelegenheid kregen om zich terug te trekken maar tegelijk deel te blijven uitmaken van het sociale weefsel van de school…”

Een goed stuk in de New York Times bespreekt een aantal uitdagingen op ontwerpgebied voor mensen met autisme, waaronder deze: “Een grotere uitdaging bij het ontwerpen was om het huis door de ogen van de autistische cliënt te zien. Bijvoorbeeld: het grondplan van al onze drie woningen is identiek: het huis van de buurman moet aanvoelen als thuis. En meerdere mogelijkheden om te zitten moedigen mensen aan om dichtbij ‘de actie’ te zijn zonder zich noodzakelijkerwijs in de strijd te werpen.”
Is dit geen mooie omschrijving van luweteplekken in een huiskamer?

 

*Scott

Scott, Iain, ‘Designing learning spaces for children on the autism spectrum’, In: GAP, Good Autism Practice, 10 (2009) 1, 36-51.
Ahrentzen & Steel
Ahrentzen, S. & Steele, K. (2010). Advancing Full Spectrum Housing: Designing for Adults with Autism Spectrum Disorders. Tempe, AZ: Arizona Board of Regents. (Download hier.)
snoozelin
Veel meer over ‘snoozeling’ (oorspronkelijk snoezelen) is hier te vinden.
error: