Tast en pijn op school

Een over- en onder-gevoelige tastzin speelt op school zo’n belangrijke rol dat we er een aparte pagina aan wijden – naast het thema ‘tast en pijn’. Denk aan situaties waarin men elkaar moet aanraken, bv. elkaars hand moet vasthouden, of aan sport en spel waar lichamelijk contact onvermijdelijk is.
Voor een leerling die hypergevoelig is kunnen aanrakingen onverdraaglijk zijn. Leerlingen die daarentegen hypogevoelig zijn hebben vaak het omgekeerde probleem, namelijk dat zij anderen te ruw aanraken, hen bijvoorbeeld onbedoeld knijpen of stompen. Dat laatste kan nog worden versterkt door een veel voorkomend gebrek aan empathie en/of motorische onhandigheid. In beide gevallen kunnen afwijkingen in de tastzin het leven op school buitengewoon onaangenaam en soms onmogelijk maken.

Nog belangrijker dan de bouwkundige, en inrichtingsmaatregelen die hier centraal staan is dat leerkrachten deze problemen begrijpen en ook onderkennen bij individuele leerlingen.
Pijn speelt op  school vooral bij lichamelijke oefeningen en op het speelplein waar leerlingen zonder autisme hun grenzen stellen dankzij een pijnsignaal dat bij hypogevoelige leerlingen niet of minder sterk zal optreden, hetgeen tot verwondingen kan leiden. Ook hier komt het omgekeerde wel voor: een overgevoeligheid voor pijn die vaak evenmin wordt opgemerkt, vooral niet op een reguliere school. Leerkrachten zullen pijn gemakkelijk onderschatten, aangezien zelfs ouders dat vaak doen. (Onderzoek)

Zowel een afwijkende tastzin als een afwijkende pijnreactie zullen vaak bijdragen aan een uitzonderingspositie van autistische leerlingen die vervolgens een belangrijke voorwaarde is voor uitsluiting en pesten, verschijnselen die van directe betekenis zijn voor de sociale acceptatie en integratie van mensen met autisme in de samenleving.
De autisme gereedschapskist (The Autism Toolbox), uitgegeven door de Schotse regering, is een van de zeer weinige bronnen die behoorlijke aandacht besteedt aan het probleem van overgevoeligheid van aanraking op school en daarvoor geschikte richtlijnen geeft. Het bepaalt zich tot kinderen die “zich ongemakkelijk voelen bij lichte aanraking en ontdaan / agressief worden als ze onverwacht worden aangeraakt.” Er wordt een aantal aanbevelingen aan leerkrachten gedaan die in meerderheid de positie van het kind in de klas betreffen. (Zie aanbeveling 100 in de schoolcontext.)

Het voorgaande leidt onder meer tot de aanbevelingen t.a.v. meubels, speeltoestellen, loopruimte en het vermijden van ruwe muren, opdat leerlingen minder het risico lopen zich te bezeren. Ook architectonische maatregelen die het toezicht vergemakkelijken, vooral het aanleggen van zichtlijnen in en om school, dragen bij aan de vermindering van de gevolgen van een afwijkende tastzin. Kleinere klassen werken daar ook aan mee, iets dat in het verlengde ligt van royale ruimtenormen aangezien individuele leerlingen zodoende meer ruimte rond hun lichaam krijgen, eveneens in en buiten de klas.

Zie ter illustratie een getuigenis van iemand die dagelijks de gevolgen van een afwijkende tastzin ervaart.

*

gebrek aan empathie

Zo’n gebrek aan empathie is speciaal t.a.v. de pijn vastgesteld in een onderzoek onder mensen met een Asperger-diagnose. Het onderzoek laat zien dat er, i.t.t. een normale controlegroep, geen neurologische reactie was op de pijn van anderen. Zie Minio-Paluello, Ilaria e.a., ‘Absence of Embodied Empathy During Pain Observation in Asperger Syndrome’, In: Biological Psychiatry, (2009)65, 55–62.
Onderzoek
Nader, Rami, Tim F. Oberlander, Christine T. Chambers and Kenneth D. Craig, ‘Expression of Pain in Children With Autism’, In: Clinical Journal of Pain, 20(2004) 2(March/April) 88-97.
error: