Verlichting huiskamers

Aanbeveling 154
Huiskamers in hun geheel egaal en zacht verlichten onder vermijding van veel / hard licht, TL en slagschaduwen

Hoofdstuk (thema)
Installaties en apparaten (verlichting)

Wegens
zintuiglijke problemen (verstoord waarnemingsvermogen), sociale en communicatieve beperkingen

Teneinde
tegemoet te komen aan de zojuist genoemde overgevoeligheden en beperkingen en de functies van de huiskamer te ondersteunen.

Uitwerking
Zo mogelijk verdient ruim daglicht de voorkeur. Zie daarvoor het thema ‘licht en zicht’ en de bijbehorende aanbevelingen.

Wat betreft kunstlicht, worden het overzicht en de veiligheid bevorderd door de gehele ruimte egaal en betrekkelijk zacht te verlichten. Hiermee wordt een heldere visuele structuur bevorderd. Sterk licht vanuit te weinig lichtbronnen daarentegen geeft hinderlijke slagschaduwen van bijvoorbeeld meubelstukken. Donkere vlakken of schaduwen kunnen door sommige mensen met autisme niet vanzelfsprekend worden ingevuld wegens verstoringen in de waarneming. Ze kunnen een donker vlak aanzien voor een gat in de vloer of de muur. (Zie aanbeveling 153.) Daar komt bij dat het wijzigen van een enkele element tot de ervaring van een geheel nieuwe situatie kan leiden, zodat het mogelijk is dat men ’s avonds de kamer van overdag niet meer herkent. Vandaar een voorkeur voor gedempte en zachte verlichting.
Omdat de lichtbehoeften kunnen wisselen (bijvoorbeeld veel in het begin en later, wanneer men gewend is of in een andere stemming komt, minder) verdienen dimmers op alle verlichting in de kamer aanbeveling.

Tl-verlichting wordt afgeraden wegens het – vaak waarneembare – knipperen en ook vanwege de fluittoon ervan. Zoals uiteengezet in het thema verlichting, kunnen ook Compacte Fluorescerende Lampen (CFL’s) de toets der kritiek niet doorstaan. Traditionele gloeilampen bevallen over het algemeen goed, maar zijn weinig beschikbaar sinds de EU de verkoop ervan heeft verboden. LED-verlichting is waarschijnlijk het beste alternatief, ofschoon een enkeling ook daarvan hinder ondervindt. Mogelijk dat ook halogeen verlichting voldoet. Gelukkig zijn bij zelfstandig wonen de mogelijkheden om aan individuele voorkeuren tegemoet te komen doorgaans volop aanwezig.

Voor zover zelfstandig wonenden samenwonen of geregeld logees dan wel bezoek ontvangen, is het raadzaam om in de kamer een ‘eigen plek’ met eigen verlichting in te richten. Daarmee kan men zich afzonderen, dan wel gedeeltelijk aan sociale activiteiten deelnemen; ook kan zulke verlichting een verdeling van functies/activiteiten in een (ruime) huiskamer faciliteren.

error: