Daglichttoetreding

Aanbeveling 79
Maximaliseer de voordelen van daglicht onder vermijding van autistische complicaties

Onderwerp (thema)
Bouwen en indelen (licht en zicht)

Wegens
zintuiglijke overgevoeligheid voor licht, stereotyp (obsessief) gedrag

Teneinde
zoveel mogelijk van de voordelen van daglicht te kunnen profiteren.

Uitwerking
Deze aanbeveling staat in verband met aanbeveling 77 over zonlicht en 80 over het gevaar van teveel daglicht.

Zoals uitgebreid besproken in het thema van deze aanbeveling lijkt het wel zeker dat voldoende daglicht op school zeer gunstig is voor de gezondheid en de leerprestaties van de leerlingen in het algemeen. Christopher Henry geeft een (met foto’s geïllustreerd) overzicht van de denkbeelden onder een aantal architecten hierover ten aanzien van autistische leerlingen. Sommigen menen dat dit gunstige effect ook voor hen geldt, anderen menen van niet, terwijl er geen deugdelijk onderzoek bestaat dat hierover uitsluitsel geeft. Het is dringend nodig dat zulk onderzoek gebeurt, maar zolang dit er niet is en er scholen worden gebouwd, zal men een standpunt moeten innemen. Een begaanbare middenweg is ervan uit te gaan dat autistische leerlingen evenveel baat hebben bij daglicht als andere, mits aan hun eigenaardigheden tegemoet wordt gekomen die de voordelen ervan in de weg staan. Alle door Henry genoemde bezwaren tegen daglicht kunnen worden ondervangen.
Deze zijn:

  1. Fel licht en zonneschijn kunnen verstorend zijn en vervormingen veroorzaken
  2. sterk zon-schaduw contrast werkt ontregelend
  3. uitzicht naar buiten geeft ongewenste afleidingen
  4. verschuivende patronen van daglicht, veroorzaak door lichtbeukvensters en bovenlichten, kunnen de visuele omgeving (teveel) compliceren

De remedies zijn:
Aanbeveling Ad 1,2)
Plaats ramen, daklichten, lichtbeukvensters en andere gevelopeningen zo dat de zon niet direct naar binnen kan schijnen. Bijvoorbeeld uitsluitend op het noorden, afgeschermd door matglas of zonwering, e.d.
McAllister & Maguire bevelen dat eerste eveneens aan voor jongere kinderen in het speciaal onderwijs: “Zo mogelijk dienen lichtbeuken of hoog geplaatste ramen aangebracht te worden. (…) een visuele verbinding met het daglicht en buiten dient daarbij te worden gehandhaafd. Dit is van speciaal belang omdat leerkrachten – wat niet verbazingwekkend is – er weinig voor voelen om in donkere ruimten te werken waar uitsluitend kunstlicht heerst.”

Aanbeveling Ad 3)
Plaats ramen en andere gevelopeningen zo dat er (zeker vanuit een zittende positie in een klas) geen zicht is op uitzicht dat mogelijk afleidend kan zijn. (Zie ook aanbeveling 10.)

Aanbeveling Ad 4)
Het is uit Henry’s artikel niet geheel duidelijk wat hiermee wordt bedoeld en evenmin uit de bron die hij daarvoor geeft. Door aanbeveling ad 1,2) is dit bezwaar waarschijnlijk al ondervangen. Schaduwen van wolken zullen zich niet of nauwelijks voordoen als wolken de zon niet beurtelings kunnen toelaten of afdekken.

Deze aanbevelingen nemen het zekere voor het onzekere door alle bezwaren die Henry vermeldt te ondervangen en geen direct zonlicht in de school toe te laten. Wie minder ver kan of wil gaan, kan aanbeveling 77 toepassen of hiermee combineren. Men kan ook minder strikt zijn in de ruimten buiten het klaslokaal.

De foto’s bij Henry’s artikel worden aangeraden.

*
Henry

Henry, Christopher, “Designing for Autism: Lighting” 19 Oct 2011. ArchDaily. Accessed 08 Sep 2014. PDF
bron
Myler, Patricia A., Thomas A. Fantacone and Edwin T. Merritt, ‘Eliminating Distractions’, In: American School and University, 2003-11-01. PDF
McAllister & Maguire
McAllister, Keith and Barry Maguire, ‘Design considerations for the autism spectrum disorder-friendly Key Stage 1 classroom’, In: Support for Learning 27(2012)3, 103-112. PDF abstract
error: