Doen/vermijden met kunstlicht thuis

Aanbeveling 111
Kunstlicht: royale, egale en zachte verlichting
Dimmers voor de overgang van waken naar slapen
Geen

  • veel / hard licht
  • Tl-licht en -piepgeluid.
  • donkere vlakken of (slag)schaduwen

Hoofdstuk (thema)
Inrichting (licht en zicht)

Wegens
Zintuiglijke gevoeligheid, Verstoord waarnemingsvermogen, Zwakke Centrale coherentie en slaapstoornissen

Teneinde

  • tegemoet te komen aan zintuiglijke overgevoeligheden voor licht- (en geluids-)effecten
  • ’s avonds het inslapen te stimuleren
  • te voorkomen dat de vertrouwde werkelijkheid van overdag ’s avonds niet vreemd en bedreigend overkomt.

Uitwerking
Kunstlicht bevordert in het algemeen het overzicht en het gevoel van veiligheid wanneer gehele ruimten egaal en betrekkelijk zacht worden verlicht. Sterk en scherp licht daarentegen geven hinderlijke slagschaduwen. Velen geven dan ook de voorkeur aan gedempt en zacht licht van spaarlampen en m.b.v. dimmers.

Een belangrijke reden om een ruimte volledig uit te lichten is dat wijziging van een enkel element van een situatie er wegens Zwakke Centrale coherentie toe kan leiden dat deze als een geheel nieuwe situatie wordt beleefd. In zo’n geval is het goed mogelijk dat men ’s avonds de kamer van overdag niet meer herkent. Uiteraard neemt de waarschijnlijkheid daarop toe naarmate er meer donkere plekken zijn.

Een andere reden voor het volledig uitlichten van het huis is dat slagschaduwen verkeerd worden waargenomen en geïnterpreteerd. Een slagschaduw van een meubelstuk bijvoorbeeld, kan gezien worden als een gat in de vloer en/of de wand.

Sterk fluorescerend, en tl-licht is af te raden. TL is in feite licht dat zeer snel knippert. Veel mensen met autisme hebben een scherpere waarneming dan anderen en ervaren tl als een stroboscopisch effect, zoals in disco’s.
Een hoge pieptoon die het gewone oor niet kan horen, maar veel mensen me autisme wel, komt daar meestal nog bij.
Lindsey Nebeker zegt dit over tl-verlichting: “Wit, fluorescerend buizenlicht is (ook) pijnlijk aan mijn ogen and laat een misselijk, geïrriteerd gevoel achter, alsof ik op bezoek bren in een ondervragingsruimte.”

Dimmers die kunnen helpen een zachte verlichting te creëren, kunnen ook worden toegepast bij de overgang van waken naar slapen. Een geleidelijke afzwakking van de verlichting is een beproefd middel om slaap te stimuleren, waarschijnlijk mede door het effect daarvan op de melatonineproductie (het ‘slaap-hormoon’). Veel mensen met autisme hebben slaapstoornissen.

Dimmers kunnen in de ogen van tenminste een in deze context geïnterviewde jongere geen genade vinden, onder meer omdat daaruit ruzie met gezinsleden kan voortkomen:
“Ik wil geen dimmers, want ik wil meteen goed licht hebben, ik wil geen moeite hoeven doen om het licht goed te krijgen. Ik hou van één soort, soms is het door de dimmers te zacht of te hard. Je krijgt ook ruzie omdat de een dit wil, en de ander dat.”

Uit dit citaat blijkt dat het sociale aspect ook bij ‘technische’ onderwerpen van belang blijft en dat het daarbij om heel gewone dingen kan gaan die weinig met autisme te maken hebben.

error: