Binnenvallend zonlicht (grote raampartijen)

Binnenvallend zonlicht (grote raampartijen)

Aanbeveling 77
Ramen strategisch plaatsen tegen een langdurige, felle en/of laagstaande zon
Hoofdstuk (thema)
Bouwen en indelen (licht en zicht)

Wegens
zintuiglijke overgevoeligheid voor licht

Teneinde
als onverdraaglijk ervaren blootstelling aan direct en indirect zonlicht te vermijden.

Uitwerking
Deze aanbeveling over zonlicht hangt samen met aanbeveling 79 over de wenselijkheid van daglicht en 80 over de onwenselijkheid van teveel daglicht.
Zoals steeds is er bij zelfstandig wonen meer ruimte om met persoonlijke voorkeuren rekening te houden en kan – meer dan bij groepen – van geval tot geval worden bekeken wat wenselijk is en wat niet.

Het gaat er in al deze gevallen om het dilemma op te lossen dat daglicht in het algemeen als zeer heilzaam wordt gezien, terwijl veel mensen op het spectrum bijzonder veel last hebben van direct en indirect (d.w.z. gereflecteerd) zonlicht. Aangenomen dat de woning nog mot worden gebouwd, kan dit door lichtbeuken en hoog geplaatste ramen aan te brengen en – omgekeerd – niet te bouwen met veel glas en/of glanzend en spiegelend materiaal in wanden, vloeren of meubilair. Ook voor een broeikaseffect dient te worden gewaakt. Voorts dient er bij de toepassing van glas met zijn diverse eigenschappen rekening te worden gehouden, waaronder zonlichttoetreding. (Zie Van der Beek.)

Daarnaast kan in woningen waar al grote raampartijen zijn, worden gedacht aan zonwering, waarbij het hinderlijk ritselen en/of flapperen ervan moet worden vermeden.)

Grote raampartijen hoeven op zichzelf overigens niet altijd een probleem te zijn; bijvoorbeeld waar direct zonlicht door bomen wordt tegengehouden.

*in het algemeen

Henry constateert dat er ook experts zijn die betwijfelen of dit wel voor mensen met autisme geldt.
Van der Beek
Beek, Nico van der, ‘Huisvestingskaders Autisme’, NVA, juni 2009. PDF

 

error: