Kleurtoepassingen voor zeer kleurgevoeligen thuis

Kleurtoepassingen voor zeer kleurgevoeligen thuis

Aanbeveling 117
Zorg voor een zeer afgewogen kleurschema met minimale contrasten en zonder luide of reflecterende kleuren

Hoofdstuk (thema)
Inrichting (kleur)

Wegens
sterke zintuiglijke gevoeligheid (voor kleur), Centrale coherentie en Schakelvaardigheid  

Teneinde
over-stimulering, stress en verwarring te vermijden.

Uitwerking
In het thema ‘kleur’ wordt besproken dat zintuiglijke overgevoeligheid over het algemeen toeneemt met de ernst van het autisme. De introductie van zelfstandig wonen, stelt dat een voorwaarde voor een eigen woning zelfredzaamheid is. Een hoge zelfredzaamheid sluit echter niet uit dat het autisme ‘zelf’ relatief ernstig kan zijn. Het is daarom goed mogelijk dat zelfstandig wonenden een extreme kleurgevoeligheid hebben.
Dit is één van een tweeling-aanbeveling, gericht op de extreem kleurgevoeligen, terwijl aanbeveling 116 zich op de matig kleurgevoeligen richt. Tussenmaatregelen bestaan uiteraard ook.

Aanbeveling 116 bepleit de toepassing van zachte, gedekte en/of pastelkleuren en raadt ‘luide’ en sterk reflecterende kleuren af. Groen, blauw en wit worden aanbevolen, rood en geel afgeraden. Daaraan moet onmiddellijk worden toegevoegd dat deze maatregelen berusten op de meest voorkomende keurgevoeligheden en dat het altijd zaak is na te gaan of die ook voor het specifieke individu gelden. Is dat niet het geval dan moeten deze maatregelen dienovereenkomstig worden bijgesteld: bijvoorbeeld door juist wel rood en/of geel en felle kleuren toe te passen. Zoals steeds bij zelfstandig alleen wonen, bestaan er ook hier maximale mogelijkheden aan te sluiten bij de voorkeuren van een individu; concessies aan huisgenoten zijn niet of nauwelijks nodig.

Hoe dit ook zij: verdergaande problemen vergen niet heel andere maar dezelfde maatregelen, alleen sterker. In de meest voorkomende gevallen is dat de toepassing van nog zachtere, nog meer gedekte kleuren en het extreem reduceren van contrasten en reflectie. Contrastreductie is te bereiken door het aantal toegepaste kleuren sterk te verminderen, bij voorkeur meestal tot wit, zacht groen en zacht blauw of slechts twee (en in extreme gevallen één) van deze kleuren. Deur- en raamlijsten dienen dezelfde kleur te hebben als de muren en de deuren. De kleur van meubels en andere inventaris dient minimaal van de omgevings- en vloerkleuren af te wijken. De elders gedane aanbeveling om kasten zoveel mogelijk gesloten te houden en rommel te vermijden, kan ook worden aangewend om eventuele afwijkende kleuren van opgeborgen spullen aan het oog te onttrekken.

Tegen het eind van het thema ‘kleur’ wordt opgemerkt dat sommige cognitieve problemen, zoals inflexibiliteit en gefragmenteerde waarneming worden bevorderd in een omgeving met veel aan elkaar grenzende verschillende kleuren. Een bijkomend voordeel van de genoemde vereenvoudiging van het kleurbeeld is dat zulke problemen eveneens worden verminderd.

error: