Meer over beperkte interactie

Beperkingen in de sociale interactie (en ook wel enigszins in de communicatie) manifesteren zich op manieren die met een driedeling kunnen worden getypeerd:

Aloof (afstandelijk), het zich afsluiten voor contact met anderen, onrustig en snel overprikkeld worden wanneer de omgeving te dichtbij komt.

Passief in de interactie betekent geen spontaan contact maken, behalve om eigen behoeften over te brengen. Wie tot dit type behoort houdt zich meestal afzijdig van de groep. Al kunnen deze mensen worden geactiveerd, uit zichzelf blijven ze passief.

‘Actieve-maar-bizarre’ mensen maken wel spontaan contact maar op een naïeve, bijzondere en vaak storende manier. Het contact wordt vooral beheerst door het vertellen van specifieke interesses, maar er is weinig belangstelling of ruimte voor wederkerigheid.

Deze driedeling wordt wel de ‘triade’ genoemd en werd oorspronkelijk door Lorna Wing geïntroduceerd.

In de klassieke omschrijving van het Kannerautisme worden algemene autistische sociale beperkingen wel getypeerd door het volgende gedrag:
Een onvermogen om adequaat op een sociaal appel te reageren
Ongepast of opdringerig op te treden in sociale situaties
Problemen met op zijn beurt wachten in een interactie
Moeite om tot oogcontact te komen of dit te handhaven
Niet kunnen ‘geven en nemen’ in sociale interacties.

Zoals met veel problematiek op het autistisch spectrum bevindt die van het Kannerautisme zich aan de meer ernstige kant en hebben de meeste anderen op het spectrum slechts een deel van deze handicaps, en meestal in lichtere mate.

*

Lorna Wing
Wing, L., The autistic spectrum. London, Constable, 1996.


error: