Thema ‘de huiskamer’

‘De huiskamer’ is een thema in het hoofdstuk ‘Bouwen en indelen’ en ook in het hoofdstuk ‘Inrichting’. (Zie de aanbevelingen.) Daarbij gaat het exclusief over de afmetingen en de inrichting van huiskamers. Veel andere aanbevelingen, zoals rond ramen, verlichting, kleurgebruik en zichtlijnen zijn tegelijk op huiskamers en andere ruimten van toepassing.

Uiteraard is de huiskamer – naast de keuken – een van de belangrijkste ruimten in een woning waar men zich op zijn gemak moet kunnen voelen of men nu alleen woont, met familie, een partner of vrienden. Net als geldt voor de ‘zusterthema’s’ het klaslokaal en leefruimten gaat het hier om fysieke, sociale en zintuiglijke aspecten.

Fysieke en sociale aspecten
Huiskamers dienen royaal van afmetingen te zijn omdat mensen met autisme extra persoonlijke ruimte nodig hebben. Wegens lichamelijke onhandigheid is er voldoende loopruimte nodig en dienen zachte materialen te worden gebruikt en moeten objecten en uitsteeksels waaraan men zich kan bezeren worden vermeden.

Behalve ruim en veilig dient de huiskamer ook prettige afmetingen te hebben. Daarbij kan men de nadruk leggen op esthetische aspecten, zoals bv. Humphreys die onder meer de Gulden Snede toepast. Men kan dit aspect ook anders benaderen namelijk als ‘prettige ruimtelijke eigenschappen’, iets dat in het Engels ‘volumetric expression’ is genoemd. McAllister & Maguire doelen daarmee o.m. op de hoogte van het pafond, de plaatsing van de ramen en de grootte van de ruimte – eigenschappen die een ruimte intiem en prettig of juist vervreemdend maken. Deze onderzoekers hadden weliswaar klaslokalen voor ogen, maar het zal duidelijk zijn dat elke architectonische ruimte wordt gekenmerkt door een bepaalde ‘volumetric expression’ die meer of minder heilzaam kan zijn voor mensen met autisme.

Ook op de overzichtelijkheid van een ruimte moet goed worden gelet. De positie van de wanden en ramen kan daarvoor bepalend zijn, iets waarmee in de (ver)bouw fase rekening kan worden gehouden. Denkend aan de inrichting zijn zichtlijnen van belang en daarmee de positie van kasten en meubels.

Tegelijk moet men zich enigszins (zie luwteplekken) of meer vergaand (zie time-out ruimten) kunnen afzonderen in een eigen, vertrouwde plek. Hierbij gaat het om het sociale aspect; het komt erop neer dat de ruimte zoveel mogelijk controle biedt over de mate van sociale interactie en aanraking.

Zintuiglijke aspecten
Zintuiglijke aspecten kunnen niet rigoureus van de andere worden gescheiden. Zo zijn de zojuist genoemde ‘royale afmetingen’ ook nodig om de ‘prikkeldichtheid’ te verminderen. Hoe lager deze is – hoe minder prikkels per kubieke meter – hoe beter de prikkelverwerking van alle relevante zintuigen.

Op deze website worden tal van aanbevelingen gedaan met het oog op de zintuigen die heel vaak ook op de huiskamer betrekking hebben. Zie o.m. de thema’s geluid, geur, kleur, tast en pijn.

*
Humphreys

McAllister & Maguire
McAllister, Keith and Barry Maguire, ‘Design considerations for the autism spectrum disorder-friendly Key Stage 1 classroom’, In: Support for Learning 27(2012)3, 103-112.
error: