Thema ‘visualisaties’

‘Visualisaties’ zijn een thema bij het hoofdstuk ‘inrichting’. (Zie De aanbevelingen.) Ze dienen om de oriëntatie in de ruimte en ook in de tijd te bevorderen. Bewegwijzering en andere middelen om verdwalen in steden of gebouwen te voorkomen zijn een vorm van visualisaties naast veel andere vormen; ‘visualisaties’ zijn dus een paraplubegrip.

Een heldere en opgeruimde visuele structuur vormt het uitgangspunt; visuele hulpmiddelen kunnen deze kwaliteiten versterken en tekorten erin compenseren.
In scholen met autistische leerlingen worden ze wel ‘visuele ondersteuning’ genoemd, waarvan bewegwijzering een specifieke uitwerking is . Als ‘visual supports’ of ‘visuals’ worden ze onder meer aangeraden in de ‘autisme gereedschapskist’ (The Autism Toolbox).

Visualisaties omvatten een breed scala aan foto’s, kleuren, teksten e.d. Voorbeelden zijn letters, foto’s of ander beeldmateriaal, kleuren of teksten op kasten die afbeelden wat erin zit. Ze kunnen worden bevestigd bij haken in garderobes en badkamers ter aanduiding van gebruiker en gebruik. Zij kunnen op bakken, dozen, laden e.d. worden aangebracht en verwijzen naar de inhoud ervan.

Ook bewegwijzering en markeringen van bepaalde functies of plaatsen zijn visualisaties. Dat geldt ook voor roosters, schema’s, programma’s en dergelijke hulpmiddelen voor het structureren van activiteiten op school, in behandelgroepen en overal waar mensen samen actief zijn.

Ze vergemakkelijken zoekmomenten, zeker als deze samenvallen met schakelmomenten omdat zoeken én schakelen teveel kan zijn. ‘Zoekmomenten’ doen zich dagelijks meerdere keren voor. Mensen met autisme hebben er meer moeite mee, deels wegens geheugenproblemen en deels omdat vindplaatsen en plattegronden voor hen lang niet altijd voldoende begrijpelijk  zijn.

Visualisaties kunnen erg concreet tot zeer abstract zijn. Aan het concrete uiterste kunnen ze direct in het object zelf gestalte krijgen. Zoals in het geval van Landschip, wiens woning een minimum aan spullen bevat:
“…dat hij geen enkele kast in huis heeft, maar alleen een paar rekjes met spullen. Als ik dingen in kasten zou opbergen, vergeet ik domweg dat ik ze heb (…) Landschip denkt eraan nieuwe bananen te kopen als hij er nog één heeft liggen, maar als ze allemaal op zijn komt het concept banaan gewoon niet meer bij hem boven.”

(Overigens kan visueel geheugenverlies extreme vormen aannemen, zoals in het geval van Paul Isaac.)

Soms is dus het object zelf nodig ter herinnering, zoals een vrucht op de fruitschaal of een spel in een open kast. Hier doet zich een zeker dilemma voor aangezien gesloten kasten in het algemeen aanbeveling verdienen omdat teveel details tot verwarring kunnen leiden, of door fixaties daarop ontregeling teweeg kunnen brengen. Uiteraard kan men bij gesloten kasten sommige objecten (zoals een bordspel) in het zicht houden.

In Landschips geval is sprake van geheugenproblemen. Het kan echter ook gaan om moeilijkheden met abstracties in het algemeen die mensen met autisme vaak hebben.
Aan de abstracte kant staan symbolen, pictogrammen genoemd die in het dagelijks leven veel voorkomen, zoals veel verkeersborden. Het gestileerde mannen- en vrouwensymbool als aanwijzing voor toiletten is al weer wat concreter als ze verwijzen naar broeken en rokken in plaats van naar ♂ en .
Een jongeman bijvoorbeeld, zoekt in de gang van een kantoorpand het toilet, terwijl hij voor een deur staat waar een pictogram op hangt met een mannetje, een vrouwtje en een rolstoel. “Zoek je iets?” vraagt een medewerkster. De jongeman: “Ja, het toilet.” “Je staat ervoor,” zegt de receptionist, maar hij ziet het niet. De medewerkster loopt naar de deur en opent hem opdat hij de toiletten kan zien. Nu pas is hem duidelijk dat het toilet achter de deur zit. Het pictogram op de deur was voor hem te abstract.

Welke visualisaties het best werken, verschilt van persoon tot persoon. De een heeft het echte voorwerp nodig, zoals een vaatdoek om te weten dat de afwas wacht; voor de ander voldoet een foto van een handdoek en voor weer een ander het geschreven woord ‘afwas’. Het is daarom de moeite waard om uit te vinden wat het best bij hem of haar past, ook qua kleur, stijl en soorten letters of afbeeldingen.

Zo kan zelfs blijken dat niet het zicht, maar een ander zintuig sterker is, zoals bijvoorbeeld de tast. In dat geval is te overwegen deurknoppen, maar wellicht ook lichtknopjes, handgrepen van laden en dergelijke tactiel een eigen karakter te geven, opdat men op de tast zijn weg kan vinden. Uiteraard wordt hiermee de betekenis van het woord ‘visualisatie’ opgerekt.

Visualisaties worden ook gebruikt om zones te markeren (zie ‘zoning’). Voor het versterken van de koppeling van ruimten en activiteiten, kunnen o.m. bordjes op de deuren dienen.

 

*Toolbox

Dunlop, Aline-Wendy, Charlene Tait, Alison Leask, Lisa Glashan, Anna Robinson and Helen Marwick, The Autism Toolbox. An Autism Resource for Scottish Schools, Edinburgh, The Scottish Government, St Andrew’s House, March 2009. PDF
Landschip
Op 2/10 ’11 op deze blog naar aanleiding van het boek van Landschip & Loes Modderman, Dubbelklik. Autisme bevraagd en beschreven, Antwerpen, EPO, 2004 (In samenwerking met Autisme Centraal, Gent). Zijn eigen website: Landschip.com/
pictogrammen
Zie hier voor voorbeelden; tevens te koop.
error: