Thema ‘licht en zicht’

‘Licht en zicht’ is een thema bij twee van de vijf hoofonderwerpen: ‘bouwen en indelen’ en ‘inrichten’. (Zie De aanbevelingen.) Na geluid staan de meeste aanbevelingen in het teken van licht en zicht. (Kunstlicht is een apart thema.)

Licht, en vooral daglicht, wordt al minstens sinds de oude Grieken als weldadig en gezondheidsbevorderend beschouwd. Onderzoek heeft uitgewezen dat daglicht in ziekenhuizen de verblijfsduur van depressieve patiënten bekort en de pijn en stress van operatiepatiënten vermindert. Daglicht op de werkplek en in scholen verhoogt de prestaties.
Dát dit thema zo’n grote rol speelt in verband met autisme is omdat de heilzame werking van licht in het gedrang komt door zintuiglijke afwijkingen op dat terrein.
Licht zien en visueel waarnemen is (bijna) hetzelfde. De zintuiglijke afwijkingen zijn bijna geheel terug te voeren op een onder hen veel voorkomende afwijkende prikkelverwerking in de hersenen. (Zie Coulter.) Als gevolg daarvan lijdt 40% van de mensen met autisme aan oogziekten. Zo komen refractie- of brekingsafwijkingen veel voor; een klein onderzoek onder autistische kinderen komt tot 44%. Daarvan kunnen ver- en bijziendheid en ook astigmatie het gevolg zijn. Ook scheelheid komt veel voor; diverse onderzoeken komen uit op 20 en een enkel op 50% van de onderzochte kinderen met autisme. In het dagelijks leven speelt ook een rol dat veel kinderen (en wellicht ook volwassenen) een verminderde visuele gevoeligheid voor bepaalde contrasten hebben.
Zowel over-, als ondergevoeligheid voor visuele prikkels komt voor, soms zelfs in dezelfde persoon. Hypergevoeligheid kan tot een voordeel uitgroeien en zelfs leiden tot een veel scherpere waarneming, ook wel ‘adelaarsblik’ (eagle-eye view) genoemd. Overgevoeligheid voor licht is een bekend en vaak geconstateerd autisme-symptoom.
Het moge duidelijk zijn dat – om het zacht uit te drukken – licht een zeer gevoelig onderwerp is.

De architect Humphreys – een van de auteurs van wat we ‘de kernliteratuur’ hebben genoemd – vindt licht in gebouwen zeer essentieel: “Natuurlijk licht in elk gebouw, hoe dit het gebouw binnenvalt, zal de geest verlichten. Licht aanbrengen in een gebouw vereist erg nauwkeurig denkwerk met autisme in gedachten. Teveel variëteit kan doen schrikken, teveel schaduw kan herhaling oproepen in de vorm van visuele stimulatie.” Hij citeert de beroemde Franse architect Le Corbusier: “De sleutel is licht en licht verheldert vormen en vormen hebben emotionele kracht.”

‘Erg nauwkeurig denkwerk’ is onder andere nodig bij drie samenhangende aanbevelingen onder het thema ‘licht en zicht’ in het hoofdstuk ‘bouwen en inrichten’. Eén (nummer 77) gaat over het weren van direct zonlicht en sterke reflecties daarvan. Met inachtneming daarvan gaat de volgende (79) over de bevordering van daglichttoetreding, terwijl de derde (80; in de thuis– en de schoolcontext) juist weer over de tempering van diezelfde daglichttoetreding gaat.
Het gaat hierbij steeds om het vinden van de juiste balans: ruim daglicht, maar geen direct zonlicht enerzijds en anderzijds ruim daglicht maar niet zo ruim dat mensen op het spectrum worden aangezet tot het mijden ervan.

Er is nogal wat onderzoek, vooral gedaan op reguliere scholen, waaruit de heilzame werking van voldoende daglicht blijkt.  Amerikaans onderzoek vond dat leerlingen met het meeste daglicht in hun lokalen 20% sneller vooruit gingen met wiskunde en 26% met lezen dan die met het minste daglicht. Op Zweedse basisscholen bleek onvoldoende daglicht in de klas het hormoon-patroon te verstoren hetgeen het concentratie- en samenwerkingsvermogen aantast en ook de lichaamsgroei belemmert. In Canada, werden basisschoolkinderen met breedspectrum daglicht in de klas vergeleken met kinderen in klassen met conventionele verlichting. De eerste groep verzuimde minder en bleek gezonder.

In het algemeen is voldoende daglicht voor schoolkinderen dus heilzaam en onvoldoende daglicht navenant schadelijk. Ons is geen onderzoek bekend naar de effecten van daglicht op autistische kinderen. Enerzijds zijn er mechanismen in het spel die voor iedereen gelden, anderzijds zijn veel autistische kinderen overgevoelig voor licht. Dat is de achtergrond van de zojuist bepleite balans in de maatregelen rond daglichttoetreding. Zo kan een overaanbod van daglicht tot vermijding ervan leiden en zodoende averechts uitwerken.

Ramen
Ramen zijn uiteraard essentieel in dit verband. Er zijn weinig onderwerpen rond bouwen en inrichten waar zoveel autismekenmerken mee gemoeid zijn als ramen. Lage drempels van diverse zintuigen, gebrekkige Centrale coherentie en onvoldoende Schakelvaardigheid kunnen hier bij elkaar komen.

Grote vlakken glas zijn af te raden wegens het broeikaseffect, maar ook wegens ‘uitkijk’ en ‘inkijk’ (zie aanbeveling 10). Het uitzicht kan gemakkelijk de aandacht afleiden, of daar nu een zichtbare aanleiding voor is of niet. Het uitzicht kan overprikkelend zijn of appelleren aan een fascinatie die men niet goed in de hand heeft, zoals met verkeer, bomen, huisdieren of vogels.
Henry geeft verschillende bronnen waaruit blijkt dat uitzicht op groen heilzaam is en op zaken als beton en asfalt stressverwekkend kan zijn.

Een van de bewoners van het Kannerhuis die over dit onderwerp werden geïnterviewd, vat de hele kwestie goed samen: “Voor veel mensen met autisme is het vervelend als ze langere tijd worden blootgesteld aan felle of laagstaande zon, terwijl ze binnen zitten. Daarom zou het handig zijn als de ramen strategisch in een gebouw worden geplaatst, met eventuele zonwering. Grote ramen op het zuiden zijn daarom niet erg handig, als daar lessen of bijeenkomsten worden gehouden.
Een gebouw dat bestaat uit voornamelijk glas is daarom af te raden. Bovendien kan de omgeving hierdoor ook storend zijn: mensen met autisme kunnen te veel afgeleid worden door wat er buiten gebeurt…”

Slaapproblemen
De auteur van deze website lijkt het aannemelijk dat slaapproblemen deels worden veroorzaakt door het vermijden van daglicht.
Mensen met autisme hebben over het algemeen vaak slaapproblemen (Zie Richdale en ook Limoges et al.), vooral kinderen; bij hen zou dat grofweg bij twee derde het geval zijn. De oorzaken ervan zijn onduidelijk. Wij stellen daarom als hypothese voor dat ze mede worden veroorzaakt door het vermijden van daglicht ten gevolge van een overgevoeligheid ervoor.

Daglicht is belangrijk als regelaar van onze biologische klok en daarmee voor het slaap-waakritme. Eenvoudig gezegd geven de hersenen via cellen in het oog lichtprikkels door aan de pijnappelklier waardoor de afgifte van melatonine, het slaaphormoon wordt afgeremd. Wanneer het licht afneemt wordt, omgekeerd, de afgifte van melatonine en daarmee ook de slaap gestimuleerd. (Zie ‘melatonine’ bij Wikipedia.) Vooral het temperen van daglicht teneinde vermijding ervan te voorkomen (aanbeveling 80 thuis en op school) is gericht op de hier voorgestelde hypothese.
Los van de waarde van deze hypothese, laat recent onderzoek zien dat medicatie d.m.v. melatonine relatief succesvol is tegen slaapproblemen van autistische kinderen. (Zie hier voor een mooi overzichtsartikel.)

Tot slot verdient het uitstekende overzichtsartikel (met mooie illustraties) van Christopher Henry warme aanbeveling. Het is hier te lezen.

*
de meeste

‘Licht en zicht’ speelt in ongeveer 7% van alle aanbevelingen een hoofdrol en in nog eens 12% een bijrol, waarmee het een van de meest prominente thema’s op deze website is. Geluid is net wat prominenter.
Coulter
Coulter, Rachel A., ‘Understanding the Visual Symptoms of Individuals with Autism Spectrum Disorder (ASD)’ In: Optometry & Vision Development, 40(2009)3, 164-175. PDF
onderzoek
Zie o.m. Plympton, Patricia, Susan Conway, Kyra Epstein, Daylighting in Schools: Improving Student Performance and Health at a Price Schools Can Afford, Golden, Co, National Renewable Energy Laboratory, August 2000.
Henry
Zie hier.
KannerhuisRichdale
Richdale, Amanda L., ‘Sleep problems in autism: prevalence, cause, and intervention’, In: Developmental Medicine & Child Neurology, (1999) 41, 60–66.
Limoges et al
Limoges, Elyse, Laurent Mottron, Christianne Bolduc, Claude Berthiaume and Roger Godbout, ‘Atypical sleep architecture and the autism phenotype,’ In: Brain (2005), 128, 1049–1061.
overzichtsartikel
Gholipour, Bahar, ‘Melatonin gains momentum as sleep aid for people with autism’, In: Spectrum | Autism Research, November 10, 2017. URL
kinderen
Humphreys, Joanna S., Paul Gringras, Peter S. Blair, Nicola Scott, John Henderson, Peter J. Fleming, Alan M. Emond, ‘Sleep patterns in children with autistic spectrum disorders: a prospective cohort study,’ In: Archives of Disease in Childhood (2013) 0,1–5.

 

error: