Visualisaties thuis

Aanbeveling 105
Visualisaties dienen om orde te scheppen. Opgeborgen spullen moeten vindbaar zijn met behulp van foto’s, teksten, labels e.d.. In de garderobe bijvoorbeeld kan aldus orde worden geschapen. De functie van kamers of andere ruimten kan een visualisatie vergen en ook een route-aanduiding.

Hoofdstuk (thema)
Inrichting (visualisaties)

Wegens
Centrale Coherentie, Schakelen, Zwak voorstellingsvermogen, Zintuiglijke gevoeligheid, Executieve functies (geheugen)

Teneinde
de oriëntatie te bevorderen.

Uitwerking
‘Visualisaties’ zijn visuele middelen die naar ruimten, spullen en dergelijke verwijzen om ze makkelijker te kunnen vinden of herkennen. Ze vergemakkelijken zoekmomenten, zeker als deze samenvallen met schakelmomenten omdat zoeken én schakelen teveel kan zijn.
‘Zoekmomenten’ doen zich bij mensen met autisme dagelijks meerdere keren voor, deels wegens geheugenproblemen en deels omdat het voor hen niet altijd logisch is waar ze dingen moeten zoeken. Bijvoorbeeld: achter welke kastdeur zitten mijn T-shirts, bij alles wat rood is of bij de dunne bovenkleding?

Visualisaties kunnen erg concreet tot zeer abstract zijn. Aan het concrete uiterste krijgen ze direct in het object zelf gestalte. Zoals in het geval van Landschip, wiens woning een minimum aan spullen bevat:
“…dat hij geen enkele kast in huis heeft, maar alleen een paar rekjes met spullen. Als ik dingen in kasten zou opbergen, vergeet ik domweg dat ik ze heb (…) Landschip denkt eraan nieuwe bananen te kopen als hij er nog één heeft liggen, maar als ze allemaal op zijn komt het concept banaan gewoon niet meer bij hem boven.”

Soms is dus het object zelf nodig ter herinnering, zoals een vrucht op de fruitschaal of een spel in de open kast. Hier doet zich een zeker dilemma voor aangezien gesloten kasten in het algemeen aanbeveling verdienen omdat teveel details tot chaos en verwarring kunnen leiden, of door fixaties daarop ontregeling teweeg kunnen brengen. Uiteraard kan men bij gesloten kasten sommige objecten (zoals een bordspel) in het zicht houden.
In Landschips geval is sprake van geheugenproblemen, onderdeel van de executieve functies

Aan de abstracte kant staan symbolen, die in het dagelijks leven veel voorkomen, zoals veel verkeersborden. Het gestileerde mannen- en vrouwensymbool als aanwijzing voor toiletten is al weer wat concreter als ze verwijzen naar broeken en rokken in plaats van naar ♂ en ♀.

Welke visualisaties het best werken, verschilt van persoon tot persoon, zodat het de moeite waard is om uit te vinden wat het best bij hem of haar past, qua kleur, stijl en soorten letters of afbeeldingen.

Zo kan ook blijken dat niet het zicht, maar een ander zintuig sterker is, zoals bijvoorbeeld de tast. In dat geval is te overwegen deurknoppen, maar wellicht ook lichtknopjes, handgrepen van laden en dergelijke tactiel een eigen karakter te geven, opdat men op de tast zijn weg kan vinden. Uiteraard wordt hiermee de betekenis van het woord ‘visualisatie’ opgerekt.

Visualisaties in strikte zin werken het best bij mensen voor wie geschreven woorden, afbeeldingen en foto’s veel beter begrijpen dan gesproken taal.

Ter versterking van de koppeling van kamers en activiteiten kunnen bordjes als ‘huiskamer’ of ‘badkamer’ op de deuren dienst doen.

Een moeder van twee autistische jongetjes vertelt over kleur als oriëntatiemiddel in huis:
“Kleur is bij ons thuis een belangrijke structuur. Bij twijfel is alles van Rudolf blauw en van Alfred rood. Wasmandjes met schone kleding, rugzakken en plastic tasjes voor schoolkamp, tandenborstels, bekers enzovoorts. Ze hebben hun lievelingskleur gekozen en hoeven zich nu maar één maal te oriënteren en maar één maal te onthouden wat van wie is in plaats van van elk afzonderlijk voorwerp verschillende kenmerken te onthouden. Daarom ook hebben wij allemaal een eigen kapstok met een meter ertussen. En allemaal een mandje met een eigen kleur waarin sleutel, agenda, brood voor school e. d. klaar liggen. Dat werkt geweldig goed, want als ik ‘s morgens iets níet wil, is het twee kinderen die op elkaar moeten wachten om iets te pakken of ruzie krijgen over wat van wie is. Nadat zij er eenmaal aan gewend waren, waren niet zij, maar mijn man en ik degenen die het vaakst werden gecorrigeerd.”

Een moeder van een autistische tweeling, tevens autisme-coach beveelt aan:
“Geef elke ruimte een functie en een afgesproken naam, die je eventueel visualiseert. Doe hetzelfde met hoeken in de kamer, kastjes, laden etc. Als je dan iemand verwijst naar de bestekla in de servieskast in de eethoek van de woonkamer krijg je een indeling van micro naar macro waardoor alles een logische plek krijgt. De hobbylijm kan alleen staan op de knutselplank in de materialenkast in de knutselruimte. Dan hoeft je nog maar op één plank te zoeken.”

Men moet echter nooit vergeten hoe letterlijk mensen met autisme woorden kunnen opvatten. Deze moeder kwam achteraf met een correctie: “Je kunt beter kiezen voor macro→meso→ micro. Mijn zoon loopt steevast naar de trap als ik zeg dat zijn beker boven in de kast in de keuken staat.”

Landschip

Op 2/10 ’11 gevonden op een blog naar aanleiding van Landschip & Modderman, 2004.
error: